Het komt regelmatig voor dat spelers worden gevraagd in te vallen in een competitieteam. Hierbij wordt soms niet voldaan aan het KNLTB Competitiereglement. We hebben daarom die regels even samengevat.

Als je team een speler tekort komt, ga je in eerste instantie zoeken naar een vervanger die geen competitie speelt. Let erop dat door de invaller de gemiddelde speelsterkte van je ploeg (enkel en dubbel opgeteld) niet meer dan 1,0 punt mag stijgen ten opzichte van het team dat oorspronkelijk voor de competitie was opgegeven. Als zo iemand niet te vinden is, zal je een vervangende speler moeten halen uit een lagere ploeg. Daarbij gelden wel wat extra regels:

Als een invaller twee keer heeft meegespeeld in een hogere ploeg, dan mag deze niet meer meespelen in een lagere ploeg. In één week mag een speler maar aan één competitie (in 1 ploeg) deelnemen. De (competitieweek) loopt van maandag t/m zondag (let op bij inhaalwedstrijden of –partijen).
Het is mogelijk om in maximaal twee competities (zelfs voor twee verenigingen) uit te komen, maar dan moet er vooraf wel dispensatie zijn verleend door de bond. Je moet aan tenminste 4 competitiewedstrijden bij elk team meedoen. En je mag dan niet meer voor een derde team spelen.

Voor inhaalwedstrijden wordt gekeken naar de speelgerechtigdheid op de oorspronkelijke speeldag.
Je mag – in overleg met de verenigingscompetitieleiders van beide clubs – wedstrijden wel eerder spelen dan gepland, maar nooit later.